Iris
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:13:00
Ik had Janet die anekdote
1:13:02
graag verteld.
1:13:04
Ze zou het
leuk hebben gevonden.

1:13:07
Ze zou erom... Gelachen hebben.
1:13:12
Ik bedoel maar, ik denk...
1:13:19
Anna Karenina... Van Tolstoj...
1:13:22
was op weg naar het station
1:13:24
om zich voor de trein te gooien
1:13:26
en zag iets grappigs
dat ze Vronsky,

1:13:29
haar minnaar, wilde vertellen.
1:13:30
Dat doen we allemaal.
Ik met Iris...

1:13:33
en Janet, al onze vrienden...
1:13:35
Maar toen bedacht Anna dat ze
1:13:38
Vronsky nooit zou weerzien
1:13:40
omdat ze op 't punt stond
1:13:42
zelfmoord te plegen.
1:13:46
Maar ik hoor dit nu
niet te vertellen.

1:13:51
Janet heeft
geen zelfmoord gepleegd.

1:13:57
Maar als er een ding is
1:14:00
wat had kunnen beletten
1:14:02
dat Anna zich
voor een trein zou gooien...

1:14:06
is het dit wel.
1:14:08
De gedachte
om iets grappigs te vertellen

1:14:12
aan de man die ze liefheeft.
1:14:18
De liefde is voorbij...
1:14:26
en...
1:14:29
het leven zal...
1:14:32
gauw voorbij zijn.
1:14:36
Dat is alles.
1:14:40
Vaarwel, Janet.
1:14:44
Het is wel goed, Iris.
1:14:46
Het is wel goed.
1:14:57
Fout, fout, fout rijden.
- Hou op, Iris !


vorige.
volgende.