:12:05
Daar.
:12:07
Kalm, Ridder, er is niemand..
:12:09
Stop.
:12:11
Wat doen ze hier? Hoerenjongen.
:12:15
Dag, kapitein.
:12:17
Mijnheer de Markies.
:12:19
Ik groet u. Maar pas goed op.
:12:22
Er liggen overal vallen.
:12:25
Dit is Gregoire de Fronsac,
van de tuin van de Koning.
:12:29
Hij wil het lijk van deze ongelukkige
zien.
:12:32
Met uw toestemming uiteraard.
:12:35
U hebt mijn mannen
meedogenloos behandeld.
:12:38
Ik wist niet dat ze in uw opdracht
handelden.
:12:41
Dat was niet zo.
:12:42
U hebt er goed aan gedaan
en ik bied mijn excuses aan.
:12:46
Mijn soldaten zijn gemaakt
voor de oorlog, niet voor de jacht.
:12:51
De ingewanden werden leeggehaald
en nu zit er gif in.
:13:03
Wat voor 'n tuinier bent u?
:13:05
Als het Beest gedood is,
wil de Koning het laten bestuderen...
:13:10
...en bewaren in Parijs.
Ik moet het na de jacht opzetten.
:13:14
Nu probeer ik 't te leren kennen.
:13:19
Met zulke kaken moet het dier
250 kilo wegen.
:13:23
Deze keer zal ik 't pakken.
Voor de eerste sneeuw heb ik het.
:13:28
Als iedereen komt,
kan 't niet ontsnappen.
:13:30
Hebt u het al gezien?
-Een keer.
:13:33
In 13 maanden.
En ik schoot erop. Ik raakte het.
:13:36
Het stortte in, maar verrees direct.
:13:40
We verloren het ten zuiden
van de Mouchet. Het ging in rook op.
:13:44
Leek het hierop?
:13:49
Het had 'n soort zwarte streep...
met stekels. Begrijpt u?