:29:02
Waarom regelen we dit
niet in de wagen ?
:29:05
Laat hem gewoon gaan.
:29:07
Waarom breng je je vriendin
niet mee ?
:29:08
Ik ken haar niet.
:29:09
Ik geef je vij seconden om
in de wagen te stappen.
:29:12
Luister naar me. Kom hier.
:29:14
Ik ga niet tellen tot vijf.
:29:15
Je zal wel weten wanneer
de vijf seconden op zijn.
:29:17
het was een ongeluk.
:29:19
Het was een ongeluk.
Hey, weet je wat ?
:29:21
Laat haar met rust.
:29:23
We zijn reeds verder dan dat geweest,
niet waar ?
:29:25
Komaan.
:29:26
Laat haar gewoon.
:29:27
Komaan ! Daar ga je.
:29:45
Ok, komaan.
:29:46
Komaan. Hier gaan we.
:29:48
Alles goed daar ?
:29:50
Komaan. Ga weg.
Kom je met ons ?
:29:53
Kom je ? Komaan.
:29:57
Het is gedaan. Laten we gaan.
:29:59
Ik bedoel, komaan.
:30:01
Ben je Ok ? Komaan.
:30:04
Hier gaan we.
:30:08
Jij eerst. Komaan.
:30:15
Komaan. Het is onze verdieping.
:30:17
Komaan !
:30:20
Hij gaat ons niet doen
in het bijzijn van al die mensen.
:30:23
Hi, Marshal.
:30:24
Ik heb wat berichten op
je bureau achtergelaten.
:30:25
Ok. Dank je.
:30:27
Ga voort ! Komaan.
:30:29
Komaan, klootzakken.
Hier gaan we.
:30:33
Komaan. Hier ga je.
:30:35
Daar ga je.
:30:37
-Goedemiddag, Mr. Foreman.
-Hoe gaat het ?
:30:39
-Hi, Marshal.
-Hallo, Ginger.
:30:45
-Hi.
-Hey, hoe gaat het ?
:30:47
Mr. Foreman.
:30:52
Goedemiddag, Marshal.
:30:53
Daar gaan we. Enkel bestand.
:30:55
-Wat gebeurt er ?
-Ik ben wat bezet.
:30:56
Komaan, komaan !
:30:58
-Daar ga je.
-Hi, Mr. Foreman.