Luce dei miei occhi
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:02:04
Hij keek uit naar de vlakten
die zich voor zijn ogen uitstrekken...

:02:07
gespikkeld door vuren.
:02:09
Hij probeerde zich de gewoonten van de
mensen op die planeet voor te stellen.

:02:12
Op dat moment waren het gewoon
ver verwijderde heldere vlekken.

:02:18
Hij vroeg zich of die
wezens vanuit het hele heelal...

:02:23
herinneringen hadden en of ze
gelijkenis met de zijne vertoonden.

:02:27
Vader en moeten,
iedere zondag lunch...

:02:29
voetbalwedstrijden,
Kerstvakanties...

:02:35
Van welke planeet ze ook kwamen,
ze hadden allemaal een bestemming.

:02:39
Iedereen wilde ergens aankomen.
:02:50
Ben je in orde?
:02:55
Ik zoek de kat,
die is weer weggelopen.

:02:58
Hij ging die kant op.
:03:00
Hij heeft geen familie, soms
komt hij op mijn binnenplaats.

:03:05
Ik wilde hem wat melk geven.
:03:07
Moet je niet naar huis?
:03:10
Hij komt wel weer terug.
:03:15
Waar kijk je naar?
:03:21
Wil je dit hebben?
:03:26
Er staan geen plaatjes in.
- Klopt. Je mag het houden.

:03:34
Je kunt beter gaan slapen.
- Ik wil niet slapen.

:03:38
Ik wacht op mijn moeder. Ik
ben bang dat haar iets overkomt.

:03:42
Wat kan haar overkomen?
:03:44
Weet ik niet. Ze zou kunnen sterven.
:03:46
Maar als ik wakker blijf en aan
haar denk, hoort ze mijn gedachten.

:03:50
Is er iemand die
luistert naar jouw gedachten?

:03:54
Jammer genoeg niet.
:03:56
Wil je dat ik aan je denk?
- Fijn, dank je.


vorige.
volgende.