:24:01
Dat heb ik met haar gemeen.
:24:04
Maar ik kan kip bakken.
:24:06
Heb je dat wel eens gedaan?
- Nee.
:24:09
Ik zal het eens voor je klaarmaken.
- Fijn.
:24:12
Ik had de winkel en een maand later
kwam er vlakbij een supermarkt...
:24:16
met een schitterende diepvriesafdeling.
:24:21
Wat een geluk, niet?
:24:35
Waar denk je aan?
:24:39
Nergens aan.