:53:03
Toen werd mijn moeder ziek,
en ik wachtte op zijn komst.
:53:08
Ik dacht dat hij terug zou komen
om voor haar te zorgen,
:53:12
haar zou helpen beter te worden.
:53:17
Toen mijn moeder stierf,
ging ik bij mijn oom en tante wonen.
:53:19
Op een dag stond er ineens
een man voor de deur.
:53:24
Ik zei tegen mijn tante dat er
een vreemdeling aan de deur was.
:53:28
Ze liet hem binnen
en gaf hem wat te eten.
:53:34
Na een tijdje besefte ik pas
dat het mijn vader was.
:53:38
Als kleine jongen vond ik hem...
:53:43
de sterkste, beste
en knapste man op aarde.
:53:47
Maar nu zag hij er moe uit.
:53:50
Hij had een lege blik in zijn ogen
en geen cent te makken.
:53:54
Ik ging mee met die vreemdeling
die zei dat hij mijn vader was.
:53:58
Hij trouwde opnieuw met een weduwe
die een bouwbedrijf in bezit had.
:54:02
Een tijdje heb ik voor hem gewerkt.
Toen vertrok ik naar Rome.
:54:07
Hij wilde niet dat ik ging,
maar hij was mijn vader niet.
:54:11
Zo voelde het in ieder geval niet.
:54:14
Ik heb lange tijd geloofd
dat mijn vader de reiziger was.
:54:25
Ik moet ervandoor.
:54:31
Wij hebben niets.
:54:34
Niets dat ook maar lijkt op liefde,
wat mij betreft tenminste.
:54:38
Ik weet het.
:54:41
Je bent te gevoelig.
:54:45
Dat klopt.
:54:50
Ik wil hier bij jou blijven.
- Sorry, ik niet.
:54:55
Ik zal het niet meer zeggen.
- Nee, je mag het blijven zeggen.