:24:01
Goed. Dag, hoor.
:24:15
Vind je ze mooi ?
:24:18
Ja, hoor.
:24:19
Wed je op paarden ?
- Ik ? Nee.
:24:23
Slim, ze zijn lastig in te schatten.
:24:25
Weet je wat ik leuk vind ? Jai alai.
:24:30
Weet je waarom ?
:24:33
Dan staat 't vast.
Dat is de enige manier om te winnen.
:24:37
Zie je dat paard ?
:24:41
Met die bles.
- Dit paard ?
:24:44
Dat heb ik in 1966 gekocht.
Ik nam er 'n trainer bij.
:24:48
Hij heeft me 'n ton opgeleverd.
:24:51
In dollars van toen.
- Dat is veel geld.
:24:55
Dat is nu 'n miljoen.
- Een snel paard.
:24:59
Hij heeft nooit gewonnen. Maar zo
leerde ik die trainer kennen. Ga zitten.
:25:10
Die trainer en ik
hadden een afspraak met elkaar.
:25:14
De jockey stak dan z'n zweep omhoog,
of iets dergelijks.
:25:20
Dat liep lekker.
Maar de een vertelt 't aan de ander...
:25:25
... en dan weet iedereen het.
:25:30
Je wist dus wat je deed, hé ?
:25:35
Ja, ik wist wat ik deed.
:25:38
Ik mag je graag, Bobby.
:25:42
Waarom maak je 't me zo lastig ?
:25:45
Die lui gingen te ver, Max.
:25:47
Die Puerto Ricanen misschien.
:25:50
Dit waren keurige joden.
- Echt te ver.
:25:53
Ik hou van Jessica
alsof ze m'n dochter is.
:25:56
Ik vermoord degene die haar
of haar prachtdochter iets doet.