Made
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:36:03
Neem haar mee.
1:36:11
Neem haar mee.
1:36:28
Ik heb net met je moeder gesproken,
en zij denkt...

1:36:32
... dat het beter is dat je 'n tijdje
met mij ergens naartoe gaat.

1:36:46
Vind je dat goed ?
1:36:49
Dan gaan we nu. Goed ?
1:37:02
Daar is Ricky.
1:37:03
Hoi, hoe is 't ?
- Goed.

1:37:05
Gaat 't goed ?
1:37:08
Ze hadden me niet verwacht.
1:37:11
Rot voor je. Is met haar alles goed ?
1:37:16
Ze heeft honger.
- We halen wat. Doe je riem om.

1:37:20
Wil je 'n pad ?
1:37:22
Kikkers ? Luipaarden ?
1:37:28
Gaat het wel ?
- Met mij ? Ja, hoor.

1:37:31
Echt ? Dat hoop ik.
1:37:34
Het gaat goed.
- Mooi.

1:37:37
Vraag het niet nog eens.
- Ik niet. We gaan eten halen.

1:37:42
Ik voel me rot.
1:37:50
ZES MAANDEN LATER

vorige.
volgende.