:04:02
	Ze noemden haar
'de fonkelende diamant. '
:04:06
	En ze was de ster... 
:04:09
	van de Moulin Rouge. 
:04:25
	De vrouw van wie ik hield... 
:04:28
	is... 
:04:33
	dood. 
:04:38
	Ik kwam een jaar geleden
voor het eerst in Parijs. 
:04:47
	Het was 1899,
de zomer van de liefde. 
:04:51
	Ik wist niet eens dat de Moulin
Rouge, Zidler of Satine bestonden. 
:04:56
	Er was een revolutie
van bohémiens uitgebroken. 
:04:59
	En ik kwam uit Londen om daar
deel van uit te gaan maken. 
:05:03
	Op de heuvel bij Parijs
lag het dorpje Montmartre. 
:05:06
	Het was niet... 
:05:08
	Een zondig dorp.
:05:10
	maar het middelpunt
van de wereld der bohémiens. 
:05:13
	Musici, schilders, schrijvers. Zij
waren de Kinderen van de Revolutie. 
:05:20
	Ja, ik was hier gekomen
om arm te zijn... 
:05:23
	om te schrijven over
schoonheid en vrijheid... 
:05:26
	en hetgeen waar ik het meest
in geloofde: Liefde. 
:05:29
	Steeds die belachelijke obsessie
met liefde.
:05:34
	Maar er was één probleem. 
Ik was nog nooit verliefd geweest. 
:05:38
	Gelukkig viel er toen een slapende
Argentijn door het plafond. 
:05:45
	Hij werd gevolgd door een
als non verklede dwerg. 
:05:49
	Hallo. Ik ben Henri Marie Raymond
Toulouse-Lautrec-Montfa.
:05:55
	Sorry, hoor. We waren boven
een toneelstuk aan het repeteren.
:05:59
	Een toneelstuk. Lets heel moderns, 
genaamd:  Spectaculair, Spectaculair.