Out Cold
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:10:01
Vooruit. We verslaan hem.
:10:12
Waar komt hij vandaan ?
:10:17
Zijn glas is leeg.
:10:19
Je bier.
- Ik heb bier.

:10:32
Kom de koning aanbidden.
:10:36
Tijd voor 'n dronk.
- Ik ga.

:10:39
Ik moet morgen snowboardles geven.
:10:42
Ik heb morgen saaie-pietenles.
Ik begrijp 't.

:10:46
Breng me naar huis, Hoogheid.
:11:06
Ophouden, jongens.
:11:09
Als je weer met
een stom excuus wilt komen...

:11:13
om binnen te komen
en me te versieren...

:11:17
vind ik dat misschien goed.
:11:18
Niet dat je erg charmant bent.
:11:21
Door 't maanlicht en de Goldschlager
krijg je 'n romantisch gevoel.

:11:28
Mag ik je wat vragen ?
:11:31
Sinds de zomer
is 't uit met je vriend, hé ?

:11:36
Gaan we weer praten
over je liefdesverdriet ?

:11:41
Nee dus.
:11:42
Ik voel met je mee,
maar je moet verder.

:11:47
De vuistregel is: Een week rouw
voor elk halfjaar dat 't aan was.

:11:51
Waren jullie twee weken bij elkaar ?
:11:54
Drie.
:11:56
Drie weken. Dat betekent...
:11:58
Ik snap 't al.
Je hebt gelijk.


vorige.
volgende.