Replicant
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:52:03
Een identieke tweeling.
:52:09
Rijden. Rechtdoor.
:52:25
ik ben trots op je. Je leeft nog.
:52:28
Wie is hij?
:52:30
Je bent zo slim, zoek het zelf maar uit.
:52:34
Dat zal ik doen.
:52:36
Het zal mijn grootste uitdaging worden.
:52:44
Pas op waar je loopt.
:52:59
Hé, maat. Vooruit, ga weg.
:53:01
Wegwezen. Ja, jij. Ga weg.
:53:10
Jake, hoe is 't met m'n replicant?
:53:12
Goed. Hij poept en plast op de wc.
:53:15
Hij is toe aan seks.
:53:16
Hij heeft echter nog niemand vermoord.
:53:18
Je weet wat ik bedoel.
:53:21
Ja, dat weet ik.
:53:23
En ja...
:53:24
er gebeurt iets.
ik denk dat hij zich dingen herinnert.

:53:27
Prachtig. Wat kunnen we doen
om het proces te versnellen?

:53:30
Niets.
:53:31
Hij doet het prima zo.
:53:34
Maar ik heb een andere aanpak gekozen.
:53:37
O ja? Welke dan?
:53:38
Weet je dat niet?
:53:40
Weet je niet waar we nu zijn?
:53:44
Houd je ons niet in de gaten?
:53:49
LaSalle Street 4901.
:53:51
Dat is de hoerenbuurt.
:53:54
Dat klopt.

vorige.
volgende.