The Brothers
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:24:07
Zo moet ik ze af en toe eens
raken.

:24:10
Ik kan ze voelen !
:24:12
een, twee, drie, vier, we zijn weg !
:24:18
Jullie zijn broers,
Maar jullie lijken niet op elkaar.

:24:22
Yeah. Wij zijn halfbroers.
Ik weet er het fijne niet van.

:24:26
Wij werden achtergelaten.
:24:29
Niet waar broer ?
:24:37
We werden in een instelling
geplaatst.

:24:41
Mijn broer betaalde mijn reis
naar hier en mijn studies.

:24:44
En je stopte met het verkopen van drugs.
:24:46
Zeg dat niet in het bijzijn
Van mijn broer.

:24:49
Maar hij verstaat toch
geen Engels.

:24:58
Kan ik u helpen, mijnheer ?
:25:00
Heeft u wat water voor mij ?
Ik ga het u dadelijk bezorgen.

:25:03
Wanneer wenst u morgen te vertrekken,
mijnheer ?

:25:26
Verdomme ! Geen fooi deze keer !
:25:46
Hij gaf het kamermeisje $100
om zijn bed op te maken.

:25:48
Hij moet wel schatrijk zijn.
:25:50
Het kamermeisje liet $95 wisselgeld
achter en een nota met de vermelding:

:25:55
"U moet niet zoveel geld uitgeven,
$5 is genoeg."


vorige.
volgende.