The Brothers
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:25:00
Heeft u wat water voor mij ?
Ik ga het u dadelijk bezorgen.

:25:03
Wanneer wenst u morgen te vertrekken,
mijnheer ?

:25:26
Verdomme ! Geen fooi deze keer !
:25:46
Hij gaf het kamermeisje $100
om zijn bed op te maken.

:25:48
Hij moet wel schatrijk zijn.
:25:50
Het kamermeisje liet $95 wisselgeld
achter en een nota met de vermelding:

:25:55
"U moet niet zoveel geld uitgeven,
$5 is genoeg."

:26:01
In haar plaats, had ik het gehouden.
:26:03
Ja, verdomme !
:26:11
Hé, Denny. Wat is er gebeurd ?
:26:17
Een of andere pipo heeft me gisteren
zo toegetakeld.

:26:19
- Wie ?
- Ik zou het verdomme niet weten.

:26:22
Spleetoog. Een Japanse klootzak, man.
:26:25
Hij heeft getracht een andere
toerist te pluimen, zeker ?

:26:28
Je geeft het ook nooit op, hé ?
:26:30
Denny, dit is mijn grote broer.
Hij komt uit Japan.

:26:43
Was het uw broer die me gisteren
tegen het lijf is gelopen ?

:26:46
Hij is toch niet degene die mij een
blauw oog heeft geslagen ?

:26:49
Wat ?
:26:58
Alle Japanners lijken op elkaar,
volgens u.


vorige.
volgende.