:14:01
Het kan je zeker niet schelen ?
- Wat ?
:14:05
Van de premier.
- Wat is dat nou voor een vraag ?
:14:10
Het is vreselijk, ja. Maar het
raakt me niet persoonlijk. Jou wel ?
:14:20
Ik moet je iets vertellen.
:14:24
En ik ben bang. Is dat niet gek ?
:14:28
Dan kun je misschien beter wachten.
:14:32
Dat is een rare reactie.
- Ik weet het toch al.
:14:37
Dat betwijfel ik.
- Van Jack, hè ?
:14:42
Van jou en Jack.
:14:45
Hoe weet je dat ?
- Hoe lang al ?
:14:50
Een maand.
:14:52
En pap ? Ben je die vergeten ?
- Je vader is al negen jaar dood.
:14:57
Hoe kun je
met iemand als Jack gaan na pap ?
:15:01
Je was dol op je vader, maar je
was nog een kind toen hij stierf.
:15:06
Je kent hem niet als man.
- Waren jullie niet gelukkig ?
:15:11
Dat heb ik niet gezegd.
:15:14
We hielden van elkaar.
We hadden het fijn samen.
:15:18
Maar niet altijd.
- Je voelt je schuldig.
:15:21
Omdat ik na 9 jaar iemand heb ?
:15:24
Omdat hij ziek is geworden
door z'n werk.
:15:28
Heeft hij leukemie gekregen
van als manager te werken ?
:15:35
Nee, hij had een hekel aan z'n werk.
:15:38
Maak het nou.
- Dit is waanzin.
:15:41
Pap wist het, Faith wist het.
- Dat wil niks zeggen.
:15:46
Faith slikte alles wat hij zei.
- Wat bedoel je ?
:15:50
Je vader gebruikte Faith
om z'n mythes in stand te houden.
:15:55
Dat was haar functie.
- Hij hield van haar.
:15:58
Misschien had hij minder
van haar moeten houden.