:40:00
	Ik zou niet weten wat te doen
:40:01
	met al het geld dat ik heb.
:40:02
	Vertel me nu eens
:40:03
	waarom je echt
bij de marine bent gegaan.
:40:06
	De echte reden ?
:40:07
	Ja,
de echte reden.
:40:08
	Oké.
:40:11
	Mijn vader zat bij de marine,
Vietnam veteraan.
:40:15
	En zijn zoons zouden ook
een keer groot worden
:40:18
	en in dienst gaan net als hij.
:40:20
	Er was alleen een probleem.
Hij had geen zoons.
:40:24
	Dus jij...
:40:26
	Dus ik ja.
:40:29
	Het is het waard hoor.
:40:32
	Ik bedoel, zelfs al
had ik de marine gehaat,
:40:35
	wat ik niet doe,
:40:38
	is 't het alleen al waard
:40:40
	om zijn ogen te zien stralen
:40:42
	als ik dat uniform aantrek.
:40:45
	Jullie twee zijn dus close ?
:40:47
	Ja, heel close.
:40:51
	Ik verlang zo naar Thanksgiving
bij mij thuis.
:40:55
	Ga jij naar huis ?
:40:56
	Ik ga naar huis ja.
:41:05
	Ik heb wel trek.
Jij ook ?
:41:07
	Ik lust wel wat.
:41:11
	Wat is er ?
:41:14
	Niets.
:41:16
	Wat is er ?
:41:17
	Niets hoor.
- Zeker weten ?
:41:22
	Je had iets moeten bestellen.
:41:24
	Wat ik besteld heb is lekker.
Dit is lekker.
:41:27
	Groenten zijn goed voor je.
:41:29
	Wil je ook wat ?
:41:30
	Kom op.
:41:31
	Probeer eens.
Het is lekker.
:41:33
	Het bestaat uit...
witte kool...
:41:35
	rode kool...
gele kool.
:41:40
	Ranzige kool.
:41:46
	Zo vies is het nu ook weer niet.
:41:52
	Maar, hé
:41:56
	waar houd je van ?
:41:57
	Of,
wat doe je graag ?
:41:59
	Wat zou je graag willen doen ?