1:12:02
Zonder familie om zich heen.
1:12:05
Wie zal huilen om het jongetje ?
1:12:08
In slaap huilde hij zich elke avond.
1:12:11
Wie zal huilen om het jongetje ?
1:12:13
Dat zonder eigendom bestond.
1:12:16
Wie zal huilen om het jongetje ?
1:12:18
Dat liep over het brandend zand.
1:12:21
Wie zal huilen om het jongetje ?
1:12:23
De jongen in de man.
1:12:25
Wie zal huilen om het jongetje ?
1:12:28
Dat leed en pijn goed kende.
1:12:30
Wie zal huilen om het jongetje ?
1:12:32
Dat steeds weer stierf van ellende.
1:12:35
Wie zal huilen om het jongetje ?
1:12:39
Een brave jongen probeerde hij te zijn.
1:12:42
Wie zal huilen om het jongetje ?
1:12:44
Wie huilt in mij ?
1:12:48
Wie zal er huilen
om het jongetje, Antwone ?
1:12:50
Ik.
1:12:55
Dat doe ik altijd.
1:13:11
Dat was prachtig, Antwone.
1:13:12
Ik weet het. Ik zei je
dat ik goed was.
1:13:14
Ja, dat ben je.
Je bent goed,
1:13:15
omdat je eerlijk bent.
1:13:17
Je bent eerlijker dan
de meeste mensen...
1:13:19
zelfs als je woedend bent.
1:13:20
Het enige waarover je niet
eerlijk tegen jezelf bent,
1:13:22
is je behoefte om je
eigen familie te vinden.
1:13:25
Je natuurlijke familie.
1:13:27
Ik vind het niet nodig
om naar ze te zoeken.
1:13:28
Het zou antwoord geven
op veel van je vragen.
1:13:32
Ik heb geen vragen.
1:13:35
Je bent boos op hen,
1:13:37
omdat je gelooft dat ze
je niet zijn komen redden.
1:13:39
Misschien wisten ze het niet.
1:13:40
Hoe konden ze het niet weten ?
1:13:41
Dat is een vraag die je
aan hen moet stellen.
1:13:44
Waardering zonder
kwade bedoelingen
1:13:45
ondanks een belediging.
1:13:47
Dat is Websters definitie
van vergiffenis.
1:13:49
Waarom moet ik vergeven ?
1:13:51
Om jezelf te bevrijden,
1:13:53
zodat je door kan gaan
met je leven.