:31:01
Het is oorlog.
Iedere week vallen er slachtoffers.
:31:05
Er zijn al 43 Britse soldaten gedood.
Ik moet te veel brieven schrijven.
:31:11
We moeten een grens trekken.
:31:15
De generaal wordt ongeduldig.
- Dank je.
:31:24
Ik heb er genoeg van
om beschoten en bespuugd te worden.
:31:29
Hoog tijd dat ze 'n lesje leren.
- Deze keer komen ze er niet mee weg.
:31:35
Je moet gewoon als eerste
keihard toeslaan. Net als in Belfast.
:31:40
Dit is toch maar 'n mars ?
- Het zijn allemaal herrieschoppers.
:31:46
Er lopen toch ook kinderen mee ?
:31:49
En die twee doden van vorige week ?
Waar zijn hun burgerrechten ?
:31:54
Het zijn maar stenen.
- Je bent voor ons, of tegen ons.
:31:58
Ik sta aan jouw kant.
- Maar goed ook.
:32:01
Rustig, ik ben er klaar voor.
:32:03
Iedereen achter die muur is de vijand.
- Maar de kinderen ook ?
:32:09
Als ze in de weg staan wel.
Je moet nu voor ons kiezen.
:32:13
En de rest
regelen we onderling wel.
:32:16
Als we door die muur gaan,
schijten ze in hun broek.
:32:20
We gaan erdoor
en nemen ze flink te grazen.
:32:30
Ben je naar de mis geweest ?
- Jazeker.
:32:33
Wie sprak er ?
- Vader Billy.
:32:36
Een aardige man.
:32:37
Hij vroeg nog hoe het nu gaat,
sinds ik weer vrij ben.
:32:42
Of je werk kon vinden ?
- Nee, dat niet.
:32:48
Je bezorgt die meid nog moeilijkheden.
Je weet wat ik bedoel.
:32:54
Je bent m'n moeder niet.
- Maar ik ben alles wat je hebt.
:32:59
Alsof ze de duivel aanbidt, of zo.