:50:13
Schat, snij dit even voor me.
:50:16
Titi, moet je de ketting zien
die Vic voor me heeft gekocht.
:50:19
Het zijn diamanten.
:50:22
Mijn God!
:50:24
Dat is te gek, toch?
- Moet je zien.
:50:27
Moet je zien. Hier.
:50:29
Jezus Christus, die is enorm.
- Hé, let op je woorden.
:50:33
Pero... die is dikker dan
Vics ketting.
:50:35
Schatje, toon ze je G-ketting.
:50:40
Toe nou, papí.
- Nee.
:50:42
Papo, kom op, laat hem zien.
Wat is er?
:50:44
Ik draag hem niet.
:50:47
Hoe bedoel je, je draagt hem niet?
:50:49
Ik draag hem niet.
Ik heb hem nu niet om.
:50:53
Nou, je droeg altijd...
- Ik heb hem niet om? Wat moet ik zeggen?
:51:05
Weet je, als ik nooit meer terug kom
naar deze buurt,
:51:08
dan zal ik gelukkig sterven.
:51:11
Wat dat ook betekenen mag.
:51:13
Ik heb gewoon niemand meer
iets te zeggen hier.
:51:18
Wat is er verdomme
aan de hand met je?
:51:21
Je keert de enige mensen die iets
om je geven de rug toe.
:51:26
Denk je dat Jack
ook maar iets om je geeft?
:51:28
Omdat we af en toe met
Jack en Trish omgaan,
:51:31
dat zij onze vrienden zijn?
:51:33
We hebben geen vrienden, Victor.
:51:36
Het enige wat we hebben is een
rijkeluis appartement, dat jij thuis noemt.
:51:40
Nou, waar ik ook ben,
daar is je thuis.
:51:43
Nee, het zal nooit mijn thuis worden.
:51:45
Dus zo zit het, hè?
:51:48
Waarom ga je dan
verdomme niet terug?
:51:50
Dat zou ik misschien wel moeten doen.
- Man, weet je,
:51:53
alles wat ik voor jou doe,
ik loop de benen onder mijn lijf uit.
:51:58
Ik wring me in
alle bochten voor je.