1:09:00
voor ons beiden.
1:09:04
Frank, wat een nare dag moet
het voor jou geweest zijn.
1:09:09
Zeg, kijk eens aan. Pap is thuis.
Wat doe je thuis, Pap?
1:09:12
David, je vader heeft werk te doen.
1:09:14
Het is beter als je een glas melk inschenkt
en aan je studie begint.
1:09:17
Ja, moeder. Zeg, Pap...
- Luister naar je moeder, David.
1:09:21
Ja, meneer.
1:09:39
Zeg, meneer Deagan...
- Ja, Jake?
1:09:41
Er is een mevrouw voor je aan de telefoon.
- Ik kom eraan.
1:09:58
Hallo.
- Hallo.
1:10:04
Bedankt dat je me wilde ontmoeten.
Ik weet dat je een druk schema hebt.
1:10:07
Kwam goed uit.
Ik was blij dat je belde.
1:10:11
Weet je zeker dat
alles goed is?
1:10:14
Is er iets wat ik voor
jullie luitjes kan doen?
1:10:20
Mogen we hier weg?
- Natuurlijk.
1:10:36
Wat is er?
Wat is er gebeurd?
1:10:41
Ik wilde je in levenden lijve
zien, Raymond. Ik...
1:10:44
Ik wil alleen... Ik kan het niet.
1:10:48
Wat niet?
1:10:50
Het is niet aanneembaar voor me
om vrienden met je te zijn
1:10:55
Je bent zo aardig voor me geweest en als dank
ben ik volkomen roekeloos en dwaas geweest,
1:10:59
denkend dat...
- Wat denkend?