:07:02
Ik heb mensapen altijd gehaat.
:07:06
Nu uiteraard niet meer.
:07:09
Ik weet niet eens meer
wat 'haten' betekent.
:07:13
Maar toen ik leefde,
haatte ik mensapen.
:07:16
Ik verwijt het m'n ouders.
:07:19
Of eigenlijk niet echt.
:07:21
Ik weet niet meer
wat 'verwijten' betekent.
:07:25
Zij hebben m'n haat jegens
mensapen aangewakkerd.
:07:31
Kijk, mama. Aap.
:07:33
Nathan, chimpansees zijn mensapen.
Bovendien...
:07:39
Harold, leg het hem uit.
:07:43
Leg het hem uit.
:07:47
De mensapen zijn biologisch
onze meest nauwe verwanten.
:07:51
Vooral...
:07:54
...de dwergchimpansee.
:07:56
Eén enkel chromosoom
onderscheidt ons.
:07:59
Maar weet je wat
ons echt onderscheidt?
:08:02
Nee, papa. Wat?
-De beschaving.
:08:05
Zonder beschaving konden we
net zo goed in kooien leven...
:08:09
...met onze uitwerpselen spelen...
:08:12
...masturberen in het openbaar...
:08:14
...en ruiken aan de rode,
opgezwollen billen van de wijfjes.
:08:20
Je pleegvader en ik hebben je behoed
tegen 'n leven van verloedering...
:08:26
...en alcoholisme. In ruil daarvoor...
:08:30
...zul jij je nooit overgeven
aan het degenererende instinct.
:08:34
Elk dom dier kan dat.
:08:37
'n dier heeft me het leven gered.
:08:39
Aldus besloot ik samen met hen
in het bos te gaan leven.
:08:44
Dieren oordelen niet.