:56:00
Weet u in welke kamer de
pindakaasjongen ligt?
:56:02
Probeer de cafeteria eens.
:56:04
Nee, wijsneus. Hij is de adelaar
van de pindakaas commercial.
:56:09
Hij ligt in 407.
:56:11
O, bedankt.
:56:13
Ben je een vriend van hem?
- Zoiets ja.
:56:16
Ik ga hem de speciale crash editie
van Some People Magazine brengen.
:56:19
Hij staat op veel foto's.
Ga jij daar heen?
:56:22
Nee, ik was hier eigenlijk
om iemand anders te zien.
:56:24
O, Dag?
:56:27
Ken je Dag?
:56:29
Ik heb gehoord dat hij beroofd is.
:56:30
Ja.
:56:32
Is alles goed met hem?
:56:34
Ze denken dat het wel goed komt met hem,
tenzij hij een bloedprop krijgt...
:56:37
die aneurysm veroorzaakt en hem doodt.
:56:41
In welke kamer ligt hij?
- 712.
:56:44
Rebecca is hier ook, toch?
:56:46
Ken je Rebecca?
:56:48
Ja.
:56:52
Ja. Ze is in 924.
:56:56
Peter in 407, Dag in 712, Rebecca in 924.
Ik heb het.
:57:00
Ik ben Halley trouwens.
:57:02
O. Paula.
:57:03
Leuk je te ontmoeten.
- Wederzijds.
:57:06
Waarom staat er "Sylvia" op je kaartje?
- Oh, ik heb haar dienst. Lang verhaal.
:57:13
Kun je me een plezier doen
en eerst naar Dag gaan?
:57:17
Want hij vroeg om een zuster.
- Oh, tuurlijk. Komt voor elkaar.
:57:20
Bedankt.
:57:26
Nou, jij bent een bofkont.
:57:27
Het komt goed met je...
tenzij je een bloedprop krijgt...
:57:30
wat kan leiden tot aneurysm
en dodelijk is.
:57:33
Dat heb ik vernomen ja.
:57:37
Hallo, Sylvia.
:57:43
Ken je me nog?
:57:44
Niet zeggen. Laat me raden.
:57:47
Hier is een hint.
Sylvia... is niet mijn echte naam.
:57:54
Bowlingbaan? Serveerster?
:57:57
Sorry, nee.
:57:59
Je had ruzie met de adelaar.
Je bent bij mij thuis geweest.