:48:00
Een paar kinderen.
:48:02
Weer thuis vind je
een zak hondestrond...
:48:04
Je gaat toch naar
de eigenaar zoeken, niet?
:48:15
Donnie.
- Goedemorgen, Stan
:48:17
Terug naar de zoutmijnen?
- Ik moet eerst nog iets doen.
:48:24
Oke, ik weet...
:48:26
het is cruciaal
bij het vertrekken.
:48:30
Kunnen we de bagage
niet meenemen?
:48:32
Nee, ze zijn te groot.
We moeten ze opofferen.
:48:35
Maar mijn spullen...
- Kerel...
:48:38
We kopen wel nieuwe spullen voor je.
:48:41
Ja.
:48:48
Tijd om te gaan.
:49:00
Wat is dat?
:49:03
Ik wist dat je niet ziek was,
jij vuile leugenaar.
:49:06
Hey, pap.
:49:11
Let op je woorden.
:49:13
Wat zit er in die zak?
- Geen idee..
:49:16
Nog van die rotzooi
die ik je zag roken?
:49:21
Geef hier!
:49:22
Nee.
:49:32
Waar haal je dit vandaan?
:49:36
Ga naar binnen. We moeten
hier eens over praten.
:49:38
Ga naar binnen.
:49:46
We waren ooit rijk.