:33:02
Zie je dat je meer naar buiten moet.
Kom op, Rufus.
:33:05
Hij zal er zijn.
Hij zal er zijn om half 2.
:33:08
Ik wil dat je er om 1 uur
bent, ok? Goed? Ok?
:33:12
Dag. Ik ga me douchen.
:33:15
Ik heb ze net geleend.
Nogal heet, niet, hu?
:33:16
Ik heb ze net geleend.
Behoorlijk heet, hu?
:33:18
-Wacht even!
-Niets zeggen. Doe gewoon...
:33:23
Ik zou het niet kunnen.
Al die fotografen de hele tijd.
:33:26
Je weet niet wat je
kan totdat het moet.
:33:28
Er is niet veel keus.
Je went er aan.
:33:31
-Kan ik hem nemen?
-Zeker. Doe maar.
:33:33
-Voorzichtig. Hij is sterk.
-Kom op.
:33:35
-Voorzichtig, en in de buurt blijven.
-Doe ik.
:33:39
Wacht even!
:33:44
Bedankt hiervoor.
Hij is een beetje down de laatste tijd.
:33:48
En gisteren gaf hij een speech
op school, die mislukte.
:33:52
Het was slecht.
:33:53
Speeches kunnen lastig zijn.
Wat gebeurde er?
:33:57
Ik weet het niet.
Hij bevroor en rende van het toneel af.
:34:00
Nu is hij bang te spreken in het
openbaar. Hij is helemaal gefreaked.
:34:03
Ik word altijd nerveus
voor ik op moet.
:34:07
-Echt?
-Ja.
:34:10
Nou, niet altijd.
Soms.
:34:14
-Mr. Marshall?
-Kijk naar de honden.
:34:16
Wat een verrassing, een honden uitlater.
Laat me raden, Jerry heeft je gestuurd.
:34:20
Ja, om Rufus te halen.
:34:22
-Is dat Rufus?
-Dat is hem.
:34:24
Hij is mooi.
:34:25
-Mag ik?
-Zeker.
:34:27
-He, maatje!
-Mag ik hem hebben?
:34:29
-Ok.
-Bedankt.
:34:31
-Ma, mag ik gaan spelen?
-Ja, ga maar.
:34:34
Dit is voor jou.
:34:36
-Dank je.
-Dag. Kom, we gaan.
:34:42
Het is van mijn nanny.
:34:44
Wil je zitten?
:34:46
-Zeker.
-Hier.
:34:55
Cool, ik word niet vuil.
:34:58
Oh, heer! Ik zat bijna
op je gezicht. Daar.