Morvern Callar
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:21:12
Ik bevries. Laten we
naar jouw thuis gaan.

:21:16
Nee, ik wil niet naar huis.
- Ik weet wat je bedoelt.

:21:22
Vrolijk Kerstfeest.
:21:23
Nee, gelukkig nieuwjaar, oma.
Het is nieuwjaar.

:21:27
Dus het is nieuwjaar?
Ik dacht dat het Kerstmis was.

:21:30
Ik plaag u maar wat, oma.
:21:32
Laat me met rust, Torag.
:21:34
Zet de fluitketel op
dan drinken we een kopje thee.

:21:37
Goed idee, oma.
:21:42
Een zes-letter woord dat betekent...
wat is het?... 'buurman'.

:21:45
Wat zouden wij zeggen
in plaats van buurman?

:21:50
Makker.
- Makker. Zes-letter woord.

:21:53
Makker, dat klopt.
:21:55
Ik weet het mam,
maar het sneeuwde.

:22:00
Morvern heeft geen telefoon.
:22:05
Luister...
:22:09
Zal wel.
:22:17
Zwijg toch.
:22:25
Wat hebt u voor me gekocht
als kerstcadeau, oma?

:22:27
Kerstcadeau?
Ik dacht dat het nieuwjaar was.

:22:30
Ga toch weg jullie.
:22:32
En neem een warm bad samen.
:22:47
Wat ga je hem vertellen?

vorige.
volgende.