:17:08
Ik zei, ophouden.
:17:13
Sorry.
:17:16
Ik kreeg een belletje.
:17:21
Hoe staat het ervoor?
- We hebben van alles getest.
:17:28
Uw ziekte heet
chronische myeloïde leukemie.
:17:35
U heeft weinig witte bloedcellen
om infecties te lijf te gaan...
:17:39
en daarom komt u er niet vanaf.
:17:42
Dit is ernstig.
- Ja, dat dacht ik al.
:17:48
De ziekte zit in zijn acute fase.
:17:52
Zijn acute fase.
:17:58
Wat kunt u eraan doen?
:18:00
Er is geen realistische prognose.
:18:04
Er is een lichte chemotherapie, Hydrea.
:18:09
Ik wil geen chemotherapie.
- Wacht. Wat zegt u?
:18:14
We kunnen uw infecties behandelen.
We kunnen u bloedtransfusies geven.
:18:19
Maar verder kunnen we niet veel.
:18:23
Maar, wat gaat u...
:18:26
Het spijt me.
- Wat doet Hydrea dan?
:18:31
Johannes, je hebt nog tijd
om alles op een rijtje te zetten.
:18:37
Alles staat op een rijtje. Wat...
:18:39
Nu even stil, Agnethe.
Begrepen?
:18:47
Hé, wacht eens even.
:18:50
Wacht even.
:18:52
Mijn vader is ziek
en u stuurt hem naar huis?
:18:55
Wat wil dat zeggen?
- Wilt u alstublieft zachter spreken.
:18:59
Het betekent dat uw vader
niet veel tijd meer heeft.