:29:06
Op je horloge kijken is goed.
Of op je pieper.
:29:09
Of zoeken naar een straatnaam,
alsof je verdwaald bent.
:29:12
Je hebt mij een combinatie zien doen.
Hoe dan ook, laat je niet betrappen.
:29:15
Denk je dat vrouwen enigszins weten
wat hier aan de hand is?
:29:17
Waar denken ze wel aan,
beursnoteringen of cellulitis?
:29:21
Ze weten geen ruk!
Laten we dat zo houden.
:29:24
Kijk. Hoe zit het met je ogen?
:29:28
Wat is met mijn ogen?
- Je ogen. Wat is je sterkte?
:29:30
Die is goed. Dat is beide min één.
- Perifeer?
:29:33
Weet ik niet. Goed, denk ik.
- Goed is niet voldoende.
:29:36
Je moet die spieren trainen alsof
je voor de Olympische Spelen traint.
:29:39
Naar boven, naar beneden,
naar links, naar rechts, enzovoort.
:29:45
Hier. Volg mijn vinger.
- Oké.
:29:47
Zeg maar, wanneer hij weg is.
- Goed.
:29:49
Oké. Stop.
- Dat is het?
:29:52
Je hebt honderd,
honderdtien graden nodig...
:29:54
voor je klaar bent voor de straat.
:29:57
Ik kan achter me kijken op een goede dag.
:29:59
Speel je computerspelletjes?
- Tuurlijk.
:30:01
Goed. Dat is training voor de ogen.
:30:03
Beelden vastleggen in een flits.
:30:04
Het is onmisbaar.
Kijk daar.
:30:06
Blauwe trui. In het midden.
Blauwe trui.
:30:13
Die jonge dame die net...
En je hebt het gemist.
:30:16
Ik weet het.
- In een fractie van een seconde.
:30:18
Dat is alles. Maar een getraind oog
ziet het in een oogopslag.
:30:21
Je moet leren in te spelen
op je kansen, oké?
:30:24
Uit een taxi stappen,
wind uit een metrorooster...
:30:26
of zoals je net jammerlijk miste,
bukken om iets op te rapen.
:30:30
Dit zijn situaties die bliksemsnelle
reflexen vereisen.
:30:33
Ik zeg je, dat ik dat kan.
- Nu ben je nog net te langzaam, Nick.
:30:37
Dat is niet raar.
Ik weet nog hoe het is daarbuiten.
:30:41
Geen interactie. Geen visueel contact.
:30:42
Kijk me aan. Elke dag heb ik de straat,
de metro, de rij bij de pinautomaat...
:30:45
het kantoor, de fitnessruimte...
:30:48
En wat heb jij?
:30:49
Jongelui die in de auto in Ohio zitten.
:30:52
Smachtende blikken naar het stoplicht.
:30:54
Nee, ik ga naar school.
Dat is interactie.
:30:56
Daar gaan we mee aan de slag.
:30:58
De school heeft vier verdiepingen,
als ik me goed herinner.