Storytelling
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:10:05
En dus, ja...
1:10:08
ik ben gezwicht.
1:10:11
Ik kon niet anders.
1:10:13
Mijn ouders maken zich
1:10:15
nog steeds veel zorgen
over Brady.

1:10:19
Dus heb ik
die verhandeling geschreven,

1:10:22
de formulieren ingevuld,
de gesprekken gehad.

1:10:26
Ik kan er later altijd uitstappen.
1:10:28
Waar ben je geaccepteerd ?
1:10:30
Aan Princeton.
1:10:33
Welke cijfers haalde je
op je proeven ?

1:10:37
200 voor taal,
1:10:39
710 voor wiskunde.
1:10:41
Behoorlijk bizar, ik weet 't.
1:10:44
Maar volgens mij
dachten ze dat 't...

1:10:48
positief bizar was.
1:10:51
We hebben invloed aangewend.
- Dat moet je.

1:10:54
Soms kan 't niet anders.
1:10:56
Wat voor invloed
hebt u aangewend ?

1:10:58
Een neef van me
doneert Princeton fors.

1:11:01
Je moet mensen kennen.
- We zijn niet stom.

1:11:03
Iedereen doet het.
1:11:06
Precies.
1:11:08
Het wil weer niet open.
1:11:10
Nee, niet doen. Laat mij even.
1:11:14
De knop zit gewoon klem.
1:11:19
Ik wilde wat vragen.
1:11:20
Is de documentaire bijna klaar ?
1:11:23
Ja, het einde nadert.
1:11:25
Mag ik zien wat je al hebt ?
1:11:27
Tuurlijk.
1:11:29
Van zodra ik 'n screening heb,
1:11:31
geef ik je 'n seintje.
1:11:33
Bedankt.
1:11:39
Gin ! Ik win !
1:11:41
Nog 'n keer.
1:11:44
Hoi, Mikey !
- Dag, pap.

1:11:46
Kom, geef me 'n pakkerd.
1:11:48
Je bent vroeg thuis.
1:11:49
Ga jij even naar boven
1:11:51
bij mam en Brady ?
1:11:53
Ik moet Consuelo alleen spreken.
1:11:56
Oké, pap.

vorige.
volgende.