:07:47
Zo wordt het alleen uitgesteld.
Moet je hier zijn?
:07:52
Elke dag telt.
Ze zijn er net zo lang als wij.
:07:56
Ze kunnen eerder gaan dan wij.
:07:59
Hij beslist niet.
- Het is een meeloper.
:08:03
Hij weet het van die oude man.
- Wie?
:08:06
Abramowics.
- Wat zei hij?
:08:09
Dat hij het wist.
- Van jou?
:08:11
ledereen weet het.
:08:15
Hij had pillen ingenomen.
:08:18
Wat doen jullie hier?
- We zijn bijna klaar.
:08:22
Bijna?
- Binnen, ja.
:08:25
Maar niet helemaal.
Wat doe je hier dan?
:08:29
Er zijn drie mannen doodgeschoten.
- En?
:08:32
We willen Hongaarse vervangers.
- Dat beslis jij niet.
:08:36
U noemt ons lui, maar we hebben
gewoon te weinig mensen.
:08:40
Lowenthal is doodgeschoten.
- Wil je snel werken?
:08:44
Als het om mijn leven gaat wel.
- Jullie worden overgeplaatst.
:08:51
Waarom?
- We willen jullie uitstel geven.
:08:55
Onze groep wil graag hier blijven.
- Graag?
:08:59
Waarom zouden jullie ons
vermoorden? We zijn goed.