:43:01
Wat is dit?
- Een galsteen.
:43:05
Waarom bewaart u die?
- Daar is hij in geinteresseerd.
:43:13
Verzamelt hij ze?
- Dat denk ik.
:43:15
ln potjes?
- Zo geef ik ze aan hem.
:43:18
Wat hij er daarna mee doet,
moet hij weten.
:43:27
Hebt u iets gehoord?
- lets gehoord?
:43:32
Waar ik het laatst overhad.
- Ze zeggen niets tegen mij.
:43:42
U hebt uw vrouw en dochter gevonden.
- Hoe weet u dat?
:43:47
Maakt dat wat uit?
- Dat zal wel niet.
:43:50
U bent er geweest.
U hebt dekens en medicijnen gebracht.
:43:56
ln kamp C?
U hebt een pas gekregen.
:44:01
Hoe vond u het daar?
:44:06
Hebt u ze iets over hier verteld?
- Nee.
:44:10
Vermoeden ze het?
- Ja. ledereen praat erover.
:44:15
U hebt het ontkend.
- Ja.
:44:19
Mooi zo.
:44:25
Ze gaan kamp C liquideren.
- Wie zegt dat?
:44:29
Dr. Thilo. Er is niet genoeg eten.
Het gebeurt binnen twee weken.
:44:36
We gooien eten weg.
- Bevel is bevel. De hele sectie.
:44:43
Twee weken?
- Dat zei ik, ja.
:44:46
lk praat wel met...
- Hij heeft er niets over te zeggen.
:44:50
Niets?
:44:52
Omdat hij u een pas heeft gegeven?
Daar krijgt u geen toestemming voor.