1:06:03
Toen moesten jullie de plannen
aanpassen.
1:06:07
Hadden jullie de crematoria vernietigd
of waren jullie ervandoor gegaan?
1:06:13
Dat weet ik niet.
1:06:15
Maar als de machinerie is vernietigd,
blijf ik niet omdat jij dat wilt.
1:06:21
Jij kunt hier niet mee leven,
maar ik wel.
1:06:25
lk hoop 90 te worden.
1:06:29
We kunnen het vandaag doen.
ln de pauze. Daarvoor ben ik hier.
1:06:35
Wie begint te schieten?
- Wij.
1:06:38
Zo simpel is het dus.
- Onze eenheid moet het weten.
1:06:41
Een uur is genoeg.
ledereen weet wat hij moet doen.
1:06:46
En het meisje?
Wat doen we met haar?
1:06:50
Wat doen we met haar?
- Nu, Max.
1:06:52
Ze gaat door het hek.
- Naar buiten?
1:06:55
Het hek naar het kamp.
- ln een groep.
1:06:58
Dat is nog erger.
We zitten opgesloten.
1:07:02
We bedenken wel iets.
- Ze kan voor een jongen doorgaan.
1:07:07
En dan?
- Dan zit ze in het kamp.
1:07:09
ln welk kamp?
- Wat maakt't uit?
1:07:12
Wat moeten ze daar met haar doen?
1:07:14
Dit zijn Duitsers.
Die willen dat alles klopt.
1:07:18
Ze verwachten geen extra mensen.
1:07:21
Ze heeft geen nummer.
Jij wordt doodgeschoten en zij ook.
1:07:27
Dan kunnen we niks meer doen.
1:07:29
Ze wordt onze ondergang.
Dat is niemand waard.
1:07:34
Moet je haar nou zien.
Kan ze nog denken, spreken?
1:07:38
Dat weten we niet.
1:07:41
Kun je wat zeggen?
1:07:46
Waarom wil je haar in leven houden?
- We vermoorden geen mensen.
1:07:51
We voeren ze de gaskamers binnen
en zeggen dat het veilig is.
1:07:56
Wij halen de trekker niet over.
- Je sluit ze wel op.