The Sweetest Thing
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:36:01
Ja, je mag die tas nu hebben.
:36:04
Hier is je tas.
:36:06
Heel erg bedankt.
:36:12
-Waar ga je naar toe?
-Wij gaan met zijn tweeen naar een bruiloft.

:36:16
-Welke bruiloft? Wie gaat er trouwen?
-We gaan naar de bruiloft van Peter's broer.

:36:20
Peter?
:36:21
Ze wonen in zo'n klein vergeten plaatsje...
:36:25
3 uur noordwaarts van hier, dus we moeten
nu vertrekken om op tijd te komen

:36:29
-Peter
-Wat?

:36:32
Ik ga niet naar de bruiloft van de broer van Peter!
:36:35
Zeik niet zo? Gisteren zei je nog
dat je er naartoe wilde, dus ik ging...

:36:41
-Ik maakte een geintje.
-Nee, dat deed je niet.

:36:45
Wel, dat deed ik wel.
:36:47
Vijftig procent van de geintjes die mensen
maken, menen ze echt.

:36:50
En dat betekent dat jij wel wilt gaan,
maar je bent bang om het toe te geven

:36:54
Dus als je er een grapje over maakt,
dan zeg je wat je eigenlijk wilt zeggen...

:36:58
maar zonder je kwetsbaar op te stellen.
:37:00
-Toch?
-Misshien...

:37:03
Ok. De bruiloft begint om vijf uur.
Ik wil niet te laat komen

:37:07
Trek wat kleren aan. Nu! Dankje
:37:11
-Dat was een goeie
-Bedankt

:37:26
-Let op de weg, lieverd!
-Ik let op de weg

:37:30
Wanneer we van de 140 af zijn...
:37:32
nemen we de 95 en dan de afrit pakken
:37:36
Als we er wat rondrijden zouden we
zonder problemen de kerk moeten vinden

:37:40
Ta-da!
:37:46
-Wat is dat?
-Wat is wat?

:37:49
-Ruik je dat niet?
-Wat? Ik ruik niks

:37:52
-Jij bent eraan gewend? Dat is beangstigend!
-Ik ruik niks

:37:56
Het ruikt als een vieze reet,
dat ruik ik hier


vorige.
volgende.