1:28:02
Ik begrijp dat jullie close waren.
1:28:04
Heeft u uw client gevraagd naar
haar betrokkenheid daarbij?
1:28:08
Je kunt haar niet beschuldigen van de dood
van een vrouw die ze één keer gezien heeft.
1:28:13
Ik beschuldig haar wel, Susan.
1:28:15
Dat is nogal cynisch, Astrid.
1:28:18
Je wilt dus dat ik voor haar
lieg voor de rechtbank?
1:28:23
Waarom haat je haar, Astrid?
1:28:27
Omdat je denkt dat zij een
moord heeft gepleegd?
1:28:30
Of omdat je je alleen gelaten voelt?
1:28:32
Praat met haar. Mensen kunnen veranderen.
1:28:37
Je moet eens weten hoe ze over
je praat. Ze maakt zich zorgen.
1:28:43
Ze vroeg me uit te zoeken
of je nog iets nodig hebt
1:28:46
Collegegeld? Een auto?
1:28:49
Ze heeft geld. Vertel me wat je wil.
1:29:26
Je bent stom meisje.
1:29:29
Je loopt weg van geld om
je moeder te straffen.
1:29:34
Jij wil auto?
1:29:37
Jij wil kunstacademie?
Alles kost geld.
1:29:42
Je weet er niets van Rena,
dus bemoei je er niet mee.
1:29:51
Ik heb toch plan voor jou.
- Ja? Wat dan?
1:29:56
Niki gaat weg snel.
1:29:59
En Yvonne is stomme meisje.