Absolon
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:40:04
Ik wil je even spreken.
- Ja, meneer?

:40:09
Wat gebeurt er als Scot...
:40:12
het tweede serum neemt
voordat ie in fase 2 zit?

:40:15
Dan werkt het niet.
:40:18
Als we Scot hebben,
en het tweede serum...

:40:23
voordat hij in fase 2 zit,
kan je het medicijn dan maken?

:40:27
Ik denk van wel. Maar waarom
wilt u het medicijn produceren?

:40:32
Ik kijk naar de opties.
:40:34
Onze eerste prioriteit is hem
te arresteren, maar daarna...

:40:42
Maar het zou mooi zijn
als we het medicijn hadden.

:40:45
Is dat niet erg gevaarlijk?
- Het is het risico waard.

:40:50
En wie bepaalt dan
wie het medicijn krijgt en wie niet?

:40:53
Ik, John.
:40:59
Ik...
:41:04
Heeft iemand iets gezien?
:41:06
Niets...
:41:09
Ik wil weten
wat er aan de hand is.

:41:13
Je weet net zoveel als ik.
- Volgens mij niet.

:41:17
Er zit meer achter die moord
op Reyna, en ik wil weten wat.

:41:22
Ik zou het niet weten.
:41:26
We hebben 'n voortvluchtige
en een dode diender...

:41:30
maar we doen alles
om haar moordenaar te pakken.

:41:38
Op mijn erewoord.
:41:40
Haar pols is terug.
:41:57
Commissaris, hoe is 't met haar?
- De artsen zijn optimistisch.


vorige.
volgende.