Arven
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:21:04
Ik hou van je en wil je helpen.
Maar dit is verkeerd en ik doe het niet.

:21:11
Je zei dat je 30 pond was afgevallen
toen je hier werkte en er bijna aan stierf.

:21:17
Dit wil je niet, Christoffer.
:21:22
Dat weet ik.
Ik ken je.

:21:46
We hebben het besproken en ik...
:21:49
We hebben besloten dat dit
niet gaat werken. Ik kan het niet.

:21:59
Prima.
:22:04
Daar moeten we dan mee leven.
:22:34
Verdorie, daar is Christoffer.
:22:37
Hallo, Jens.
- Verdorie, dat is lang geleden.

:22:41
Wat fijn je te zien.
:22:43
Hallo, Jens Monsted.
- Maria.

:22:45
Mijn vrouw.
- Waarom ben je hier?

:22:49
Papa is dood.
:22:51
Dat kan niet.
Ik heb 'm vrijdag nog gezien.

:22:56
We waren in de opslag.
- Hij is gisteren gestorven.


vorige.
volgende.