Arven
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:22:04
Daar moeten we dan mee leven.
:22:34
Verdorie, daar is Christoffer.
:22:37
Hallo, Jens.
- Verdorie, dat is lang geleden.

:22:41
Wat fijn je te zien.
:22:43
Hallo, Jens Monsted.
- Maria.

:22:45
Mijn vrouw.
- Waarom ben je hier?

:22:49
Papa is dood.
:22:51
Dat kan niet.
Ik heb 'm vrijdag nog gezien.

:22:56
We waren in de opslag.
- Hij is gisteren gestorven.

:23:03
Ga maar vast naar de loods.
:23:57
Met diepe smart,
en namens mijn familie,


vorige.
volgende.