Arven
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:44:59
Je ziet er goed uit.
:45:03
Dank je.
:45:09
Het gaat me ook goed.
:45:15
Het gaat ons prima.
:45:45
Je mag op bezoek komen
als je dat wilt.

:45:50
We wonen nog in het appartement.
:45:55
Als je wilt blijven logeren...
:45:57
Ik ga morgen naar huis,
maar we kunnen vanavond iets eten.


vorige.
volgende.