Bad Santa
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:39:02
Hebben jullie kinderen?
:39:04
Nee, godzijdank niet.
:39:06
En de elfen dan?
:39:08
Die blijven bij mevrouw de kerstman.
:39:12
In het weekend zijn ze bij mij.
:39:13
Laat het bad eens voor me vollopen.
:39:19
En de rendieren?
:39:21
Hou je nou eens op over
die rendieren?

:39:25
Hoe heten ze?
:39:27
Wie?
- De elfen.

:39:29
Dat weet ik niet meer.
:39:31
Eentje heet Sneezy, geloof ik.
En er zit een Dopey bij.

:39:33
Dat zijn de zeven dwergen.
:39:35
Je houdt me voor de gek.
:39:37
Ik dacht dat het...
:39:40
Ik weet het niet, godver, jochie.
Ik noem ze gewoon 'jij daar'.

:39:43
Dan zeg ik 'hè, jij daar',
of wat dan ook.

:39:45
Ik zeg hem dat hij
speelgoed moet maken.

:39:47
Wat mankeert jou?
:39:50
Ik weet het allemaal niet meer.
:39:51
Moet je me nou de hele tijd
op de proef stellen?

:39:56
Hoe oud zijn ze?
:40:04
Wilt u wat koekjes?
:40:06
Nee.
- Warme melk?

:40:08
Nee.
:40:10
Moet ik wat boterhammen
voor u maken?

:40:11
Ik wil geen boterhammen.
:40:13
Waarom moet je altijd die
klote boterhammen maken?

:40:16
Oké, wilt u dan wat anders?
- Nee.

:40:32
Kerstman?
:40:39
Wat?
:40:40
Ik heb wat jus d'orange voor u.
:40:46
Wat zit erin?
- Sinaasappels.

:40:51
Kijk eens wat ik heb.
:40:53
Een adventskalender.
:40:55
Wat is dat nou weer?
:40:57
Het verhaal van kerstmis,
maar dan in een kalender.


vorige.
volgende.