:14:01
Die jongen ken ik al
zo'n twaalf jaar,
:14:03
hij is een vriend van de familie.
:14:05
Hij legt z'n handen
op mijn gezicht,
:14:07
vol op de mond.
Het was zo smerig.
:14:14
Waarom was het zo smerig omdat
je hem dan al zolang kent of...
:14:18
omdat hij gewoon smerig is?
:14:20
Nee, hij was het, zeker weten.
:14:25
Ik weet het niet. Wanneer je
iemand al zolang kent,
:14:29
dan wil je diegene gewoon eens zoenen
om te zien of diegene goed kan zoenen.
:14:35
Daar is niets mis mee, toch?
:15:02
Waar ga je heen?
- Waar lijkt het op?
:15:07
Ik dacht dat we aan het zoenen waren.
- Dat waren we, ja.
:15:16
Dus wat, vindt je me nu leuk?
Is dit een afspraakje?
:15:19
Doe niet zo nichterig.
:15:52
Kom terug, Mr. Woodchuck.
:15:56
Nu ga ik je krijgen.