:05:24
We moeten de stad uit.
:05:38
Hoe moeten we dat doen?
:05:47
En, hoe moet het met mijn baan?
:05:49
Neem een jaar vrij.
:05:51
Schrijf een boek. Je wilde altijd
een boek schrijven.
:05:55
He, Mam, hoe kunnen wij
zo iets groot veroorloven?
:05:58
We kunnen een hoop geld vangen
voor ons huis in de stad.
:06:01
Grote huizen buiten
kosten een hoop minder
:06:03
dan kleine huizen
in New York City.
:06:05
Er zijn huizen
waar de bank beslag op heeft gelegd.
:06:08
Dat betekent dat iemand
geen geld genoeg had.
:06:10
Dus de bank kan het
goedkoop verkopen.
:06:13
Dan ben je genaaid.
:06:14
Dat is geen houding, meisje.
:06:20
Ik was de advertenties aan het lezen.
:06:21
- Natuurlijk.
- Ik was.
:06:29
Hi.
:06:30
Kunt U hem volgooien
met ongelood, alstublief?
:06:33
Natuurlijk.
:06:39
Ik moet even mijn benen strekken.
:06:45
Wilt U dat ik de olie nakijk?
:06:47
O, dat is goed.
:06:50
Goed weer he.
:06:52
Ja. Mooi.
:06:56
We serveren ook lunch.
:06:58
Wil je dat ik de specialiteit vertel?
:06:59
O, laat maar.
We hebben al gegeten.