:18:02
Waarom zei je dat niet?
- Dat doe ik toch net?
:18:10
Heb je vrienden in New York?
:18:16
Je briefkaart.
:18:17
Ik heb een nicht.
:18:19
Sinds ik klein was
heeft ze me geschreven.
:18:22
Soms zou ik willen dat
Londen meer als New York is.
:18:24
Daar zou het makkelijk zijn
op een taxi te rijden.
:18:26
Ben je in New York geweest?
:18:30
En je bent teruggekomen?
- Ik heb daar een tijdje gewoond.
:18:35
In de winter hangen ze
lampjes in de bomen.
:18:37
Klopt dat?
:18:39
Je kunt in de parken skaten.
:18:42
Sommige politieagenten
rijden op witte paarden.
:18:45
Niet allemaal, maar sommigen.
:18:49
Wat deed je daar?
- Ik werkte in een ziekenhuis.
:18:53
Was je schoonmaker?
- Ik studeerde daar.
:18:56
Waarom werk je dan in een hotel?
:18:58
Dat is een Afrikaans verhaal.
:19:01
Ik heb gemerkt dat je
nooit met ja of nee antwoordt.
:19:05
Je bent erg raar.
:19:08
Drink je wijn, Senay?
:19:10
Wil je weten waarom ik
uit Turkije weg ben gegaan?
:19:12
Omdat je meer als je nicht wilde leven?
:19:14
Nee, omdat ik niet
als mijn moeder wil leven.
:19:19
Ja.
- Ja, wat?
:19:20
Ik drink wijn.
:19:41
Dit is een recept uit Nigeria.
:19:44
In Nigeria doen ze veel
interessante dingen met varkensvlees.
:19:50
Maar ik heb natuurlijk lamsvlees gebruikt.