:38:01
Als we hem pakken, moeten we hem doden.
:38:04
Je weet dat we dat moeten doen, hè?
:38:06
Dat is de enige manier om
meneer Gray te stoppen.
:38:08
In de veronderstelling
dat we hem kunnen vinden.
:38:13
Wanneer zag je Duddits voor het laatst?
:38:15
Lang geleden. Jaren.
:38:21
Waarom weet je zo zeker dat hij kan helpen?
:38:24
Duddits kan alles.
:38:26
Toen begreep ik het niet,
maar het is altijd zo geweest.
:38:31
Hij heeft ons zo gemaakt.
:38:33
Hoe?
:38:34
Een beetje vreemd.
:38:52
Hij heeft op je gewacht.
- De sneeuwstorm heeft ons opgehouden.
:39:05
Henry. Ik heb je zo gemist.
:39:19
Mijn God, Roberta. Wat heeft hij?
:39:22
Een ernstige vorm van lymfatische leukemie.
:39:27
Je mag hem meenemen,
maar je moet weten waarom.
:39:32
Toen hij zich zojuist voorbereidde...
:39:36
was hij zo opgetogen.
:39:40
En dat is hij al heel lang niet geweest.
:39:49
Ik denk dat als hij bij jou is...
:39:53
hij gelukkig kan sterven.
Gelukkiger dan in deze vreselijke kamer.