:14:00
Uit de weg.
:14:04
Wat is er?
- Bankroet.
:14:07
Zij woonden hiernaast zolang
ik me kan herinneren.
:14:12
Wat een schande.
:14:15
Ze hebben alles verloren.
:14:19
Pas op voor de vrouw des huizes.
:14:22
Ze haat geld problemen.
:14:25
Reken maar dat ze hatelijk gaat worden.
:14:33
De laatste keer dat je zei dat het klaar was,
heb je het nog zes maanden gehouden.
:14:37
Het zal spoedig klaar zijn.
:14:38
O ja, spoedig.
Wanneer is spoedig?
:14:41
Volgende maand,
volgend jaar?
:14:43
Het maakt jou niet uit,
:14:45
als je kinderen verhongeren en
je vrouw in vodden loopt.
:14:48
Als jij hier op je penseel
aan het zuigen bent...
:14:50
Je doet belachelijk.
Ik ga weg.
:14:52
Nee, Jan,
waag het niet.
:14:58
Het was een jaar zo erg, dat ze
wat van hun juwelen moesten verkopen.
:15:02
Je kan je voorstellen hoe
zij dat vond.
:15:06
Ze gooide het halve servies stuk...
:15:09
en bedierf een van zijn schilderijen.
:15:13
Hij kan er ook wat van.
:15:20
Sindsdien is ze niet meer in zijn
atelier geweest.