:15:02
Je kan je voorstellen hoe
zij dat vond.
:15:06
Ze gooide het halve servies stuk...
:15:09
en bedierf een van zijn schilderijen.
:15:13
Hij kan er ook wat van.
:15:20
Sindsdien is ze niet meer in zijn
atelier geweest.
:16:13
Daar ben je.
Haal wat water.
:16:16
Heilige Maria, Moeder van God,
:16:17
bid voor onze zonden op
het uur van onze dood.
:16:19
Zes kinderen. Waarom moet ze
zo'n spektakel maken?
:16:23
Ga gewoon door met je werk.
:16:24
Pers.
:16:29
Ik moet meer lappen hebben.
:16:31
Meer lappen.
:16:39
Pers.
:16:41
Dat is goed.
:16:44
Oh, Jan,
lijkt hij niet precies op jou?
:16:48
Johannes, dat is het.
:16:50
Kijk hem eens,
hij is je kleine broertje.