:37:00
- Wie is dit?
- Hij helpt met de boodschappen.
:37:04
- Dat zal wel.
- Abner, het is goed. Hij is aardig.
:37:08
Maakt niet uit, Mam.
:37:12
Hij is alleen wat op zichzelf.
:37:15
- Je zegt dat hij Abner heet?
- Ja.
:37:19
Iets vergeten.
:37:22
Veel beter, die hoed!
:37:25
Hij is een opgefokte klootzak.
Ik krijg hem nog wel, ik zweer het.
:37:30
- Jou mag ik wel.
- Maar je kent me nog niet.
:37:37
Ik ben het spoor bijster. Hebben we
ons gesprek nu gevoerd, of niet?
:37:43
Niet echt.
:37:47
Word ik in dat gesprek uitgevraagd,
want ik wil wel eerlijk zijn.
:37:52
Over de jaren dat ik er maar
op los leefde.
:37:58
Niemand beschuldigt je ooit van
een acute aanval van humor, of wel?
:38:04
- Mij?
- Dat is wat ik bedoel.
:38:08
Ja.
:38:10
Nee, gewoonlijk wordt ik niet
als grappig omschreven.
:38:16
Maar het zou geweldig zijn als
we ergens een hapje gingen eten...
:38:21
...als je het niet erg vindt. Ik zal
aardig zijn en we zouden wat kunnen praten.
:38:27
- Zoals we nu al doen.
- Ja.
:38:31
- Maar, misschien...
- Sneller.
:38:35
- Ik zal het proberen.
- Je weet waar ik woon.
:38:39
De volgende keer dat je komt laat ik je
meubels sjouwen, de luiken maken.
:38:44
- Dat is goed.
- In elk geval, bedankt voor de roos.
:38:48
- Graag gedaan.
- Misschien zie ik je nog eens.
:38:52
Ja, mevrouw. Dat zou leuk zijn.
:38:58
- Dus misschien...
- Dag.