:47:00
- Goedemiddag.
:47:04
Is er iets wat ik voor jullie
kan doen?
:47:06
Ja, we zijn van de FBI. Ik ben agent
Collier. Dit is agent Pross.
:47:10
We willen gewoon wat vragen stellen.
:47:13
- Woon je hier?
:47:16
Woont er hier nog iemand anders?
- Nee.
:47:19
Boven woont nog een priester,
niet hier beneden.
:47:23
- Heb je een ID?
:47:36
Dit is een vrijlatingbewijs.
Ik ben net uit Atborough ontslagen.
:47:41
- Wat zeg je daarvan?
- Ken je John Gowen?
:47:47
Er was een vent hier die ze Duwayne
noemde en hier werkte voor ik kwam...
:47:52
... maar ik heb hem nooit gezien.
:47:55
- Dus jij bent een aardige vent?
- Ja, meneer.
:47:58
Ja, hij is een heel aardige vent.
:48:04
Johnny Gowen.
:48:06
- Hij leek een goeie vent te zijn.
:48:10
Gezicht was dunner. haren korter.
:48:13
Wanneer heeft u Mr. Gowen voor
het laatst gezien?
:48:16
- Zes maanden. Een jaar misschien.
- Nog ooit iets van hem gehoord?
:48:21
Was het maar waar.
Ik had veel vertouwen in die jongen.
:48:25
- Bedankt voor uw tijd, heren.
:48:30
Tot ziens.
:48:40
Wat maakt het uit wat hij heeft gedaan?
Verleden tijd is verleden tijd.
:48:43
Maar die Gowen is een crimineel.
:48:47
De misdaad is gepleegd.
Er is geen weg terug.
:48:50
Wat is het nut om een man in
de gevangenis te zetten?
:48:53
- Hij moet boeten.
Het is de gemeenschap die de prijs betaalt.
:48:57
Die betaalt omdat ze een goede man
moeten missen.