1:01:01
Misschien zijn we te snel
gegaan, snap je?
1:01:05
Ik bedoel, het voelt niet
goed aan, of wel?
1:01:10
Getrouwd zijn?
1:01:14
Wat bedoel je?
1:01:17
Ik bedoel, misschien moeten
we maar gaan scheiden.
1:01:21
Echt scheiden?
1:01:24
Ja.
1:01:26
Ik snap het.
1:01:28
Oké, goed.
1:01:32
Het spijt me.
1:01:33
Nee. Ik moet er eigenlijk vandoor.
1:01:37
Maar, als ik je niet meer spreek,
1:01:41
ga door, blijf rijden, weet je wel?
1:01:45
Oké, goed spul.
1:01:59
Nou, wat denk je ervan?
1:02:01
Ja, het is oke.
1:02:03
- Gewoon oke?
Ja.
1:02:07
Ik heb Mitch naar het contract laten kijken.
Hij denkt dat het een goede deal is.
1:02:10
Je hebt Mitch er naar laten kijken?
Wanneer?
1:02:13
Vorige week ben ik langs
geweest op zijn kantoor.
1:02:16
- Mijn God.
Wat?
1:02:19
Ik weet het niet.
1:02:21
Ik twijfel een beetje over die gozer.
1:02:23
Mitch? Waarom? Hij is zo lief.
1:02:26
Het is iets dat ik vorige week
zag op het verjaardagsfeest.
1:02:29
Wat heb je gezien?
1:02:30
Ik wilde hier niet op in gaan, maar...
1:02:33
ik betrapte hem, hij viel
iemand van de catering lastig.
1:02:37
Een jong meisje.
1:02:39
- Echt waar?
Ja.
1:02:40
Hij was erg aggressief en
hij betastte haar en zo.
1:02:43
Het was smerig.
Ik wilde er niets over zeggen...
1:02:46
omdat hij je vriend is.
1:02:47
- Hallo?
Hoi Nicole, Mitch hier.
1:02:50
Hoi, Mitch.
1:02:51
Ik dacht, als je het niet te druk hebt,
1:02:54
dan kunnen we dat
kopje koffie gaan drinken.
1:02:57
- Het komt nu niet goed uit.
Luister.