Peter Pan
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:09:09
Ik ben vernederd!
:09:11
Vader!
-Nee!

:09:13
Ik moet een gevreesd
en geacht man worden...

:09:17
anders eindigen we op straat.
:09:19
Niet zo hard.
-Denk aan de buren.

:09:21
Ze mogen het horen!
De hele wereld mag 't weten!

:09:24
Dit is geen kindermeid!
:09:27
Dit is een hond!
:09:35
Morgen beginnen je lessen
bij tante Millicent.

:09:40
Het wordt tijd dat je opgroeit.
:09:54
Moeder, kan iets ons kwaad doen
als de lampen branden?

:09:59
Nee, lieverd.
:10:01
Het zijn de ogen van een moeder
die op haar kinderen letten.

:10:09
Moeder, moet je echt naar dat feest?
:10:13
Ja, je hoeft niet te gaan.
Vader kan wel alleen gaan.

:10:16
Alleen?
:10:19
Jullie vader is een moedig man.
:10:21
Maar hij heeft mijn speciale kus nodig
voor hij naar z'n collega's gaat.

:10:25
Vader? Moedig?
:10:29
Er zijn verschillende soorten moed.
:10:33
De moed om altijd eerst
aan anderen te denken.

:10:37
Je vader heeft nooit met een zwaard
of pistool gevochten, godzijdank.

:10:43
Maar hij heeft veel opgeofferd voor
z'n gezin en z'n dromen weggestopt.

:10:50
Waar heeft hij ze gestopt?
-In een la.

:10:55
Soms, 's avonds laat, halen we ze
eruit om ze te bewonderen.


vorige.
volgende.