Peter Pan
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:16:03
Een kus?
1:16:07
Dus hij voelt wel iets.
1:16:12
Hij voelt iets voor jou.
1:16:18
Zij vertelde hem verhalen.
Hij leerde haar vliegen. Hoe?

1:16:23
Denk aan vrolijke dingen.
Die tillen je omhoog.

1:16:26
Ik heb geen vrolijke gedachten.
-Dat haalt je omlaag.

1:16:33
Hoe anders?
1:16:34
Nee.
-Blijf van haar af.

1:16:36
Je hebt elfenstof nodig.
-Michael!

1:16:43
En Pan? Zullen sombere gedachten
hem omlaag halen?

1:16:47
Die heeft hij niet.
1:16:50
En als we Wendy de voeten spoelen?
1:16:54
Ja!
1:16:57
De plank, de plank, de plank, de plank!
1:16:58
De plank, de plank, de plank, de plank!
1:17:10
Weet je,
het spijt me allemaal vreselijk.

1:17:21
Hoe ironisch.
1:17:23
Hij komt voor Haak...
1:17:26
en krijgt een verhaal.
1:17:30
Nee!
1:17:43
Hoorde u een plons? Ik niet.
1:17:50
Het beest heeft haar in één keer
verslonden.

1:17:57
Aan stuurboord.

vorige.
volgende.