Phone Booth
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:16:00
Hij zei dat hij niet getrouwd was.
-Dat is hij wel.

:16:04
Ze heet Kelly.
Ze heeft een mooie stem.

:16:08
Waarom het City Hotel? Goedkope
kamers voor goedkope meiden.

:16:12
Hij belooft van alles
om je in bed te krijgen.

:16:15
Hij liegt. luister niet.
:16:18
lk ben niet naief. lk was niet van
plan met hem naar bed te gaan.

:16:23
lk ken hier niet veel mensen.
Hij is aardig en wilde me helpen.

:16:28
Hij heeft nog nooit een ster
van iemand gemaakt. Kusjes.

:16:36
Nu jij weer, Stu.
-Zo meteen verlies ik m'n klant.

:16:39
Rot op.
-Wat? Je moet ophangen.

:16:46
Zit me niet zo
aan te staren, klootzak.

:16:53
Waarom doe je dit?
Heb ik je iets gedaan?

:16:55
We bellen Kelly.
-Ze is niet thuis.

:16:58
Ze zit vast in haar winkel
in Columbus Avenue.

:17:02
Hoe weet je dat?
-Druk maar op geheugentoets 1.

:17:06
Dat is haar nummer.
:17:08
Wat moet ik zeggen?
-De waarheid. Dat je haar bedriegt.

:17:12
lk bedrieg haar niet.
:17:14
Hoe noem je dit dan?
-Je wilt je mogelijkheden kennen.

:17:19
Als je een mooi huis hebt,
droom je wel eens van vakantie.

:17:23
Een mooi hotel met uitzicht,
en een zwembad.

:17:26
Het is maar fantasie.
-Kelly is een huis, Pam is 'n hotel.

:17:32
Dat vinden ze vast leuk.
-Klootzak.

:17:34
Let een beetje op je woorden.
:17:37
Je mag hem niet bezet houden.
-Dit is niet de enige telefooncel.

:17:42
Dit is de enige hier die werkt.
:17:45
Ga naar een restaurant. Hoepel op.
-Dit is mijn telefoon.

:17:50
Nu heb ik m'n rukhand bezeerd.
:17:53
Je kunt het vast net zo goed
met je andere hand.

:17:57
lk kom terug. Aan de kant.

vorige.
volgende.