Phone Booth
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:25:04
lk wil je geld niet,
ik wil dat je ophangt.

:25:06
1 20 dollar, voor jou.
-Iedereen heeft z'n prijs.

:25:11
1 20 dollar voor een cel
waar ze in pissen?

:25:13
lk ben aardig.
-Hij is niet normaal.

:25:16
Kijk eens hoe hij zweet.
Hij is hartstikke ziek.

:25:20
Het is vast besmettelijk.
-Hij heeft aids.

:25:23
Hoe lang blijf je hier?
-Voor altijd.

:25:27
Zie ik eruit als een idioot?
:25:29
Voor 500 dollar mag je blijven.
-Wacht eens.

:25:33
Laat je je kennen?
Ben je een oud wijf?

:25:38
lk zei dat je je kop moest houden.
-Praat zo tegen hem.

:25:44
Geniet je hiervan?
:25:47
Heb je hulp nodig?
-lk kan het wel aan.

:25:49
Schiet op.
-Ik kan je helpen.

:25:51
lk wilde je niet afmaken,
maar ik heb me bedacht.

:25:55
lk zou maar weggaan,
hij slaat je in elkaar.

:26:00
Hij slaat je in elkaar.
:26:02
Wil je alsjeblieft oprotten?
:26:05
Hij is erg boos.
-Kom nou...

:26:07
Ophangen.
-Stuur hem weg.

:26:09
We regelen wel wat.
-Stuur hem weg.

:26:12
Ophangen.
-lk heb een Solaris van 2000 dollar.

:26:16
lk heb al een gouden Rolex.
lk geef je vijf seconden. Vijf.

:26:20
Klaar om te schieten.
-Vier.

:26:24
Ik kan hem tegenhouden.
-Drie.

:26:27
Zeg het maar, Stu.
-Twee, één.

:26:32
Laat dat.
:26:36
Dat geldt als ophangen.
:26:39
Ik kan hem tegenhouden.
Zeg het maar. Hoor je me?

:26:42
Ja.
-Wat?

:26:50
Bloed je? Je hebt je
vast gesneden.

:26:53
Wat is er?
:26:59
Hij is neergeschoten.

vorige.
volgende.